Abstract maar nooit afstandelijk; met haar beelden van vrouwen en mannen geeft Ita haar eigen kijk op de mens. Ook ijsvogeltjes, mussen, zebravinken en koolmezen inspireerden Ita tot het maken van kleine vogelbeeldjes in brons en keramiek, meestal ter grootte van het vogeltje. De beelden worden eerst gevormd uit zwarte was, waarvan later een mal wordt gemaakt zodat het in brons kan worden gegoten, volgens de verlorenwasmethode. Nadat de uitsteeksels met het nodige haakse slijpwerk zijn afgebraamd kan het beeld worden gepatineerd.
Patineren is eigenlijk het laten oxideren van het brons en is een natuurlijk maar wel langzaam proces. Door het beeld heet te stoken met een grote vlam en daarna chemicaliën toe te voegen kun je dit proces versnellen én krijg je de keuze uit meerdere kleuren. Door de hitte van het metaal ontstaat tijdens het met de kwast opbrengen van het patina een laagje op het brons. IJzernitraat, zwavellever, cupri(koper)nitraat, elk geeft zijn eigen kleur aan de patina. Bruin, blauwgroen of zwart; hiermee krijgt elk bronzen beeld en beeldje zijn eigen uitstraling. Dit specialistische werk werd uitbesteed, want brons is een kostbaar metaal en bij het patineren komen giftige dampen vrij. Een klusje voor de bronsgieter!
Beeldjes in was
Veel van Ita’s beelden en beeldjes maakte ze uit zwarte was, een bekende methode om daarna het beeld in brons te laten gieten. Ook de houten takjes waarop de vogeltjes zitten werden vaak meegenomen in het afgietsel.